20.2.08

Regels

In den beginne was er niets. En dat was ook helemaal niet erg. Want we waren niet met velen, en de natuur deed zijn werk. Er waren eigenlijk geen problemen, en als er dan toch één was, dan loste dat zichzelf wel op. Alles mocht en alles kon, en niks was verboden. Voor niks moesten formulieren worden ingevuld, aanvragen in zes-voud worden gedaan of bewijsstukken worden voorgelegd. De dingen waren wat ze waren, en als dat niet zo was, dan was dat pech. En pech, dat was toen nog iets dat gewoon werd aanvaard, iets waarop geen ellenlange procedureslagen volgden, en nog minder iets op basis waarvan advocaten, boekhouders en andere regelneven zich rijk werkten. Hoogstens werd er in geval van pech, verlies of probleem eens duchtig op een gezicht of een paar gezichten getimmerd, en daarmee was de kous af. Dat kon natuurlijk niet zo blijven. We werden steeds talrijker, en ook omdat steeds meer mensen kickten op macht, bezit en dies meer werden er tal van regeltjes uitgevonden. Steeds meer en steeds sneller werden een schier eindeloze reeks regels uitgevonden, aangepast, gecombineerd en verfijnd. Ja, dat was wel even aanpassen. Gedaan met de natuur die zijn werk doet. De wet is de wet en de wet is duidelijk. En los van het feit dat ook toen al de wet voor sommigen meer gold dan voor anderen, was het leven wel doenbaar. Het was wel even aanpassen, maar het ging. Wie zijn plaats kende en de regels respecteerde, of ze niet respecteerde, maar dat dan deed op een manier zodat niemand dat doorhad, in den duik of achter t gat, die kon op zich nog steeds lustig fluitend door het leven gaan. Intussen bleven de machtigen maar steeds nieuwe regels en wetten uitvinden, want iedere wet bleek zodanig veel nieuwe problemen te veroorzaken dat er per nieuwe wet wel nood was aan minstens tien andere nieuwe wetten. Gelukkig werden die met verstand van zaken gemaakt, zodat alles lekker consistent, consequent en compatibel bleef.
Maar dan, toen dat allemaal maar zo bleef doorgaan, werd een grens overschreden. Er werd al eens een wet gemaakt die niet helemààl klopte met de andere wetten, er werd al eens een punt of een komma verkeerd gezet en het debat dat daar dan op volgde duurde niet zelden enkele jaren, tijdens dewelke ongeveer iedereen uit het oog verloor waarover die nieuwe wet nu eigenlijk ging, en tijdens dewelke anderen ook nieuwe wetten maakten die dan weer niet compatibel waren met de andere wetten die tegelijk werden gemaakt maar nog voor ze ten uitvoer werden gebracht al achtentwintig keer werden gewijzigd enzovoort enzoverder. En daar konden nog geen twintig staatssecretarissen van administratieve vereenvoudiging iets aan veranderen. De enige manier om in deze nieuwe jungle te overleven bestond erin dat men een stevige portie gezond verstand combineerde met een scheut vriendjespolitiek, onderhandelingsskills en ruilhandel. En voilà. Welkom in het Nu. U kent het hier wel. Die fijne tijd die zo vol zit met reglementen, procedures en papieren dat zelfs mensen zoals u en wij, toch wel gepatenteerde pseudo-intellectuelen, er soms niets meer van snappen en uit pure miserie dan maar teruggrijpen naar ons gezond verstand, of wat er, na de grondige door de evolutie beïnvloedde natuurlijke selectie, nog van overschiet. En zo krijgen we, als niet-onprettig neveneffect, een glimp te zien, te beleven, van hoe het was om te leven in de prehistorie. Zo ziet u maar. De geschiedenis herhaalt zich niet alleen, ze ziet ons ook graag.

Geen opmerkingen: