10.1.08

Meer pit in uw leven

Dinsdag ging ik m'n pit naar jaarlijkse gewoonte drei bezen geven veur eure nuuvjoar.
Mijn pit kan 't best dialect Bevers spreken van gielegans Beveren. Een selectie uit dat dialect:

- pit : meter
- vuster : venster
- 'k attekik der wir al van geten : ik had het weeral gedaan
- flamakker : een vleiend iemand
- fikfakken : spelend vechten
- minnegat : oprit van een akker
- kouten : praten

7 opmerkingen:

kyoko zei

het allermooiste Beverse dialectwoord vind ik nog steeds 'pershéng'- ook wel 'persén' en tal van andere varianten- met nadruk op de laatste lettergreep. ronduit prachtig!

(hoewel het Russisch-Beverse woord Yevgueni, mét al zijn varianten, een goede tweede is!)

Anoniem zei

En pertang. Meaning... nochtans.

Vollemaanbloesem zei

Bwa pertang wordt ook in het Gentsch gebruikt...Waarin ik een 'blafte' een zeer leuk woord vind (= een zeer groot lomp iets), of is dat eerder iets dat van toepassing is voor de vorige blogpost ;)

Anoniem zei

Lol. Bij de vorige post komt spontaan ook het woord "pielewuiter" bij mij op.

MaBiche zei

Of oekedoeleke :p Dat is mss nog het best!

Anoniem zei

Dan hebt ge ook nog "bijs" en "bees"... en niet te vergeten een "weir" afgeleid daarop is de "weirschijr"

Anoniem zei

In Melsen kunnen ze er ook iets van, en dat trekt nogal op Bevers.

- Op dien akker me taarf ist moeilek rein, doar zit nen aa in.
- een spriwael: een spring in het veld
- hij ee get wir op zij lijf angen (hij is in zijnen ambetanten)
- nen arrewoarse vent: een tegendraadse man
- ein is ein: hebben is hebben
- In de zomer go kik in mij kominesonneke mi me kabaske om komisjies.
- smusteren: motregenen
- pauzen: perzikken
- kouzen: kerzen

-> I could go on forefer...